dinsdag 30 oktober 2007

Museumbezoek

2. Het museum
Het Centraal Museum in Utrecht bestaat sinds 1838 en is daarmee het oudste stedelijk museum van Nederland. Het museum bezit een rijke en gevarieerde verzameling oude, moderne en toegepaste kunst en heeft bovendien collecties mode en stadsgeschiedenis. Het museum bestaat uit een verzameling gebouwen rond een grote binnentuin. Het Centraal Museum bezit verder de grootste collectie Rietveld-ontwerpen in de wereld en beheert het Dick Bruna huis, en Landhuis Oud- Amelisweerd.
Hoe langer ik door het museum liep, hoe meer ik mij steeds opnieuw verbaasde over hoe bijzonder bijna alle voorwerpen in het museum zijn. Dat valt pas op als je goed oplet. Bijvoorbeeld de toiletten; die zijn erg bijzonder qua vormgeving.
Veel voorwerpen liep ik in eerste instantie gewoon voorbij. Toen ik er voor een tweede keer langsliep (samen met Valarie) vielen ze me pas op. Neem bijvoorbeeld de gang waarbij je door loopt om naar de tentoonstelling van Hans op de Beeck te gaan (zie foto op de volgende bladzijde). In de gang staan een aantal stoelen. Eerst liep ik voorbij en dacht ik; grappig, allemaal verschillende stoelen. Maar als je goed kijkt, zie je dat er aan iedere stoel iets heel bijzonders is. Zo zijn er bijvoorbeeld twee stoelen gedemonteerd en zijn de spijlen van de rugleuningen door elkaar geweven. Die zag ik niet in één oogopslag; dan lijken de stoelen gewoon tegen elkaar aan te staan.

3. Hét werk
Ik ben vooral lang bij 'Extentions 2' van Hans op de Beeck blijven plakken. Zoals je op de foto’s kunt zien is de ruimte waarin de tentoonstelling van Hans op de Beeck staat vrij donker. De muren zijn grijs geverfd en er is niet veel licht. Op de achtergrond hoor je machinale geluiden. Dit geluid hoort bij het kunstwerk Extentions 1.
Toen ik de trap opliep, het geluid hoorde en het grijze kunstwerk, de installatie zag, was ik niet gelijk erg onder de indruk. Het werk kwam kil over. Het is niet echt aantrekkelijk, totdat je goed gaat kijken. Ik ging begon voorwerpen te herkennen; een bekertje, een chipszakt en zelfs een papier vliegtuigje. Alles in het grijs. Het was voor mij alsof ik een teken van leven zag. Dat maakt het voor mij interessant.
Ik vind het knap hoe Op de Beeck een combinatie heeft weten te maken tussen strak design (de technologische apparaten) en het realisme van sommige voorwerpen. Sommige voorwerpen zijn erg gestileerd, zoals bijvoorbeeld de printer, die een afstandelijk gevoel geven. Andere voorwerpen zijn juist er realistisch weergegeven, zoals de asbak met uitgedrukte sigaretten .
Vanzelf zag ik sigarettenpeuken voor me zoals je ze meestal ziet; oranje. Wat apart! Ik ging kleuren ‘zien’ en ervaren, terwijl alles grijs en grauw is. Als je van een afstandje kijken blijft het toch allemaal grauw. Vanaf iedere kant zie je weer iets nieuws. Er is wel steeds een bepaalde regelmaat tussen stilering en levensechte voorwerpen. Er is duidelijk nagedacht over de plaatsten van de voorwerpen. Zelfs als je onder het bureau kijkt, naar de draden, heeft het iets moois. Er is duidelijk sprake van vormgeving, al lijkt dat op het eerste gezicht misschien niet zo. Het werk heeft iets afstandelijks, is niet aantrekkelijk, maar toch vind ik het mooi. De belichting vind ik ook erg bijzonder. Het nachtelijke sfeertje vindt ik wel interessant. Hoe zou hij er op gekomen zijn? Zou het zijn eigen bureau zijn, maar dat wat bewuster voorgegeven?
Een meneer die bij het museum werkt vertelde me dat sommige voorwerpen écht zijn. Er is gewoon met grijze verf overheen gespoten. Daar had ik helemaal niet bij stilgestaan. Wat een goed idee!


Geen opmerkingen: